Burgerparticipatie is stom!

Facebook
Twitter
LinkedIn

Ik zeg het maar gelijk, hardop, want dat is nodig. Burgerparticipatie is een heilig huisje geworden. Je mag er niets slechts meer over zeggen. Dat is jammer, want daarmee stopt het denken en is ook de kans op verbetering bekeken. Wij zijn gek op allerlei vormen van participatie omdat het zo lekker democratisch voelt. Het helpt de kloof te dichten tussen politiek en samenleving. Ideaal dus.

Toch leert de ervaring met participatie anders. Ambtenaren, bestuurders, raadsleden weten, als ze eerlijk zijn, dat het vaak helemaal niet ideaal is. Dat het sleuren en trekken is omdat mensen niet of maar heel even mee willen doen. Dat je steeds dezelfde mensen ziet. Dat het lang niet altijd voor draagvlak zorgt in buurten, maar vaak ook voor ruzies en scheve ogen. Dat trajecten met burgerparticipatie onevenredig veel tijd en geld kunnen kosten. Kortom, dat het bij tijd en wijle heel veel werk is voor behoorlijk weinig resultaat.

Alle reden dus om niet al te enthousiast allerlei vormen van participatie te omarmen. Om onze ervaring serieus te nemen en wél na te blijven denken.

Wat is er mis met (burger)participatie?
Participatie gaat slechts over één democratische waarde. Onze democratie komt voort uit verschillende filosofische tradities. Het probeert meerdere, tegenstrijdige waarden te verzoenen. Met participatie wordt ingezet op optimalisatie van slechts één van deze waarden: het volk regeert.

Loslaten is niet in het algemeen belang. Participatie gaat vaak samen met oproepen tot loslaten door de overheid. Hierdoor komt het afwegen van belangen en het sluiten van compromissen, bij uitstek een politieke taak, in het gedrang.

Participatie is beperkt. Qua aantallen: lang niet iedereen kan en wil meedoen. Qua thematiek: initiatieven passen bij de wensen en problemen van de initiatiefnemers. Dat leidt tot een beperkte set van onderwerpen die wordt opgepakt.

Hoge en tegenstrijdige eisen aan ambtenaren. De verantwoordelijkheid voor meer participatie en soepele samenwerking met de samenleving wordt vrijwel geheel bij ambtenaren gelegd. Ze moeten lef en ondernemerschap tonen. Flexibel en zelfstandig inspelen op wat er in de samenleving gebeurt. Tegelijk wordt vastgehouden aan het politieke primaat, met bijbehorende sturing. Dit zorgt voor een klem: waar haal je je opdracht vandaan en aan wie leg je verantwoording af?

Hoe kan het beter?
Ontrafel het containerbegrip. Over wat voor soort participatie gaat het? Ga na waar het initiatief vandaan komt, hoeveel beleidsruimte er is en kies er een passende hoeveelheid overheidshandelen bij.

Ken je doelgroep. Mensen zijn verschillend in wensen ten aanzien van frequentie, wijze van deelnemen en moment van deelnemen. Maximaliseer de participatie door aan te sluiten bij doelgroepen. Zet daarvoor de kennis van de professionals in die veel in buurten komen. Ook kun je gebruik maken van kennis over leefstijlen. (zie het BSR model van SmartAgent www.sharedstoryworld.com)

Bedenk wat je NIET overlaat aan burgers. Laat gemeenten nadenken over wat basisvoorzieningen zijn. Spreek voor die basisvoorzieningen af dat de raad de doelen stelt en de afwegingen maakt.

Publieke doelen en Scrumparticipatie* . Maak onderscheid tussen ‘waarom & wat’ en ‘hoe’. Leg de verantwoordelijkheid voor waarom & wat bij het bestuur. Werk aan doelen die tegemoetkomen aan een maatschappelijke wens of noodzaak. Maak ambtenaren samen met de samenleving verantwoordelijk voor de uitwerking van het ‘hoe’. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld scrum.

Bespreek de rol van ambtenaren. En houd de verwachtingen reëel. Welke rol moeten ambtenaren vervullen en, nog erg onderbelicht, hoe verhoudt die rol zich tot die van raad en college? Je kunt niet vasthouden aan een volledig politiek primaat en tegelijkertijd zelfstandig en flexibel optreden verwachten.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Auteur
Foto van Nadine de Roode

Nadine de Roode

Raadsadviseur bij Gemeente Amersfoort

Gerelateerd
Opdrachten
Archief
Zoeken
Categorieën
Bericht
Bericht