Het rapport ‘Ongekend onrecht‘ toont bijvoorbeeld een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de Nederlandse overheid. Door een samenspel van harde regelgeving, vooringenomen handelen en door noodsignalen van burgers te negeren zijn tienduizenden ouders en kinderen diep in de ellende gekomen. Toeslagen werden stopgezet en in veel gevallen wisten ouders niet waarom en daarnaast had de Tweede Kamer grote moeite om de juiste informatie te krijgen.
Alle ouders die gedupeerd zijn door deze harde ‘alles of niets’-uitleg van de wet of door de buitensporige fraudejacht kregen dan wel achteraf een financiële schadevergoeding maar het toonde aan dat de dienstverlening bij alle onderdelen van de overheid beter moet. De overheid is namelijk een dienaar en moet niet de baas willen spelen over de eigen bevolking. Rechten kunnen alleen beperkt worden binnen de regel van de wet.
Het kabinet schreef de volgende reactie op het rapport:
‘Het rapport van de de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag maakt pijnlijk duidelijk dat er veranderingen nodig zijn. In het systeem van toeslagen, bij Toeslagen en bij de betrokken ministeries. Het rapport noodzaakt dat we kritisch kijken naar het functioneren van de hele overheid. Want we willen niet dat het nog een keer zo misgaat.’
Wanneer we het hebben over goed openbaar bestuur, draait het om het vertrouwen tussen burger en overheid. En daarbij geldt ten allen tijden het principe: Er is geen verkeerde deur of ingang. Mensen moeten altijd op een begrijpelijke manier geholpen worden en niet ‘van het kastje naar de muur’ gestuurd of verzanden in eindeloze bureaucratie. ‘Communication is key’
Maar hoe kan je het functioneren van het overheidsapparaat beter maken, zodat dat beter aansluit op behoeften van de burgers en bewoners, maar als overheidsinstantie, gemeente of uitvoeringsorganisatie tegelijkertijd niet overvraagd worden?
Om dat te bewerkstellingen zijn er in essentie 3 niveaus:
Als we kijken naar het eerste niveau – het kijk en luister vermogen – dan is er bijvoorbeeld veel ruimte voor verbetering. Om daar een concreet voorbeeld van te geven; Je kunt met klachten veel doen om als overheid de dienstverlening te verbeteren. Echter worden klachten voornamelijk juridisch benaderd. Dan groeit de perceptie dat burgers lastig zijn, terwijl ze zich juist heel betrokken tonen.
Door deze waardevolle input (klacht) te benaderen als kans om te verbeteren – en daarbij oprecht te luisteren naar de burgers – kan al veel gewonnen worden. Burgers zijn tenslotte niet lastig, maar juist heel betrokken bij hun omgeving en geven je de kans om te leren waar de verbeterpunten liggen. Maar deze betrokkenheid heeft ook invloed op de interne organisatie bij overheidsinstanties en gemeenten.
Burgerparticipatie in 2022 is een begrip dat je op veel manieren kan invullen. Die veelzijdigheid toont gelijk aan waar de uitdagingen maar tevens ook de mogelijkheden van dit onderwerp liggen. Burgerparticipatie kan op verschillende manieren worden ingevuld: bijvoorbeeld door een maatschappelijk probleem in kaart te brengen of als een gemeente een beter beeld wil krijgen van wat de burgers bezighoudt. Voor de gemeente is dat een handig informatief instrument en voor burgers is het een manier om bij de dragen aan de beleidsvorming.
Burgers zijn namelijk de motor van de wijk waarin ze wonen. Zij zijn het hart en ziel van de omgeving, het leven in de wijk, het vandaag en het morgen, en vandaar is het normaal dat burgers zich betrokken voelen bij alles wat er in hun directe omgeving plaatsvindt. Maar de besluitvorming, de ideeën en de uitvoering vindt vaak plaats in bestuurskamers, in de gemeenteraad, het college van burgermeester en wethouders, de vergaderzalen van ambtenaren of nog veel verder weg in de kamers van Den Haag.
Om ervoor te zorgen dat burgers zich enerzijds meer betrokken voelen bij wat er in hun omgeving gebeurd en anderzijds om een maatschappelijk draagvlak te creëren voor gemeentelijke- en/of overheidsbeslissingen worden burgers steeds vaker om advies gevraagd. Dat gebeurt via adviesraden, consultatierondes maar ook via digitale platformen. Maar vraagt daarbij wel veel van de interne organisatie en huidige cultuur van de overheidsinstanties.
Spilter heeft digitalisering toegepast om de belangrijkste barrières te mitigeren en u in staat te stellen burgerparticipatie effectief, efficiënt en transparant toe te passen, met minimale impact op de interne organisatie.
Met Spilter selecteer je het best passende omgevings-management voor je project, inventariseer je stakeholders en participatiethema’s en analyseer je die grondig op samenhang, doorlooptijd en benodigde middelen. Ook voer je een scan uit die aangeeft of kritieke paden bestaan in de participatiewijzen en pas je de aanpak daarop aan.
Iedere Spilter-werkomgeving is zelf-documenterend. Dit betekent dat met slechts één druk op de knop een volledig opgemaakt rapport gemaakt wordt in de bekende extensies zoals o.a. Word en Excel. Daarmee kunt u eenvoudig een communicatiekalender maken of een complete aanpak in de vorm van een ‘participatie kalender’ vormgeven. Juist ingestoken levert dit begrip en draagvlak op voor het uiteindelijke besluit. Ook bij de mensen die het minder eens zijn met de inhoud van dat besluit.
Het resultaat is een compleet, gefundeerd en gedetailleerd plan voor participatie, met minimale impact op de interne organisatie.
Op 20 oktober geven wij een blik achter de schermen van deze software in de vorm van een webinar. Aanmelden kan hier.