
Het resultaat is dat er méér wordt gecommuniceerd over betrokkenheid dan dat er daadwerkelijk ruimte is voor invloed. En dát wordt feilloos aangevoeld door de mensen die deelnemen.
Wanneer betrokkenheid een façade blijkt, raakt vertrouwen snel beschadigd. Deelnemers beginnen een traject vaak gemotiveerd, maar merken gaandeweg dat hun bijdrage geen verschil maakt. De energie die ze inbrengen slaat dan om in cynisme. Het vertrouwen in het proces, de organisatie en de besluitvormers brokkelt af. En wanneer dat eenmaal is afgebroken is het extreem lastig te herstellen.
De besluiten die daaruit voortkomen missen bovendien draagvlak. Want wie het gevoel heeft dat zijn inbreng er niet toe deed, voelt zich ook niet verantwoordelijk voor de uitkomst. Dat merk je direct bij implementatie: mensen haken af, werken tegen of laten het initiatief simpelweg langs zich heen gaan.
Daarmee gaat ook iets anders verloren: kennis. De waardevolle inzichten van medewerkers, experts, burgers of partners (in veel gevallen juist de mensen die het dichtst op de praktijk zitten) verdwijnen uit beeld.
Schijnparticipatie leidt daarmee tot besluiten die op papier keurig lijken, maar in de praktijk gaan knellen. De beslissing klopt formeel, maar mist de finesse van echte expertise.
Daar blijft het niet bij. In een tijd waarin transparantie en participatie belangrijke pijlers zijn van moderne governance kan schijnparticipatie ook reputatieschade veroorzaken. Als blijkt dat mensen vooral “voor het plaatje” mochten meedoen ondermijnt dat niet alleen het vertrouwen in het project, maar ook in de organisatie of het bestuur zelf. Het geeft het ongemakkelijke signaal dat besluitvorming meer theater dan dialoog is.
Bovendien versterkt schijnparticipatie bestaande machtsverhoudingen. Door te doen alsof iedereen gelijkwaardig mee kan doen, blijven onderliggende machtsdynamieken juist buiten beeld. De dominante stemmen bepalen alsnog de koers, terwijl minderheidsperspectieven nauwelijks kans krijgen.
Op de lange termijn leidt dit tot participatiemoeheid: mensen die één of twee keer ervaren hebben dat hun inbreng niets uithaalde, haken af voor toekomstige trajecten. En wie eenmaal afhaakt, komt niet snel meer terug.
Nieuwsgierig hoe een Versnellingskamer® werkt?
Plan een korte kennismaking via de intake aan de onderkant van deze pagina.
Geen verkooppraat, geen PowerPoint. Gewoon even kijken of het voor jouw vraagstuk past.
Het pijnlijke is dat schijnparticipatie meestal niet ontstaat uit onwil. Vaak spelen tijdsdruk, politieke gevoeligheden, onduidelijke verwachtingen of een slecht ontworpen proces een rol. Juist daarom is het zo belangrijk om deze valkuil goed te begrijpen. En om besluitvormingsprocessen zo in te richten dat invloed daadwerkelijk mogelijk is. Want echte participatie vraagt niet om meer sessies of mooiere woorden, maar om een eerlijk proces waarin iedere bijdrage telt.
Schijnparticipatie ontstaat wanneer mensen worden uitgenodigd om mee te denken of mee te praten, maar nauwelijks invloed hebben op het proces of de uiteindelijke besluiten. Het lijkt alsof er ruimte is voor inbreng, maar onder water staat het besluit al (deels) vast, of wordt de input selectief verwerkt. Dit fenomeen is verraderlijk, omdat het professioneel oogt, maar fundamenteel schadelijk werkt.
Juist daarom heeft dit thema in besluitvorming extra aandacht nodig en verdient het een centrale plek in ieder besluitvormingsproces.